PAUS LEO XIV

10 V 2025

Eerst zindert Rome om de dood van de geliefde paus Fran­ciscus. De rouw vult de straten en pleinen. De majes­tu­euse uitvaart-viering op het Petrus­plein, de bege­lei­ding van des pausen stof­fe­lijke resten onderweg naar Santa Maria Maggiore waar de Domi­ni­canen de bege­lei­ding van ons eenvou­digen over­nemen tot het graf van de gestorven paus Jorge Bergo­glio wordt gesloten.

Niet ver van het pries­ter­huis waar ik woon begroet ik ten afscheid zijn over­schot in dank­baar­heid aan de Corso Vittorio Emma­nuele Due, wanneer zijn ontzielde lijf in de papamo­bile langs rijdt.

‘Le pape est mort, vive le pape’ (De paus is dood, leve de paus) – een harde werke­lijk­heid voor de nog maar pas gestor­vene en ook voor de mede­gel­o­vigen en anderen die paus Fran­ciscus missen.

De ene zinde­ring van de betreu­ring wisselt de andere van de verwach­ting meteen al af. Het prae-conclaaf en dan einde­lijk, ofschoon maar weinige dagen nadien, het conclaaf.

Daar staat hij dan daar plot­se­ling op het balkon – de nieuwe paus. Hij moet even slikken, over­rom­peld door de juichende massa beneden op het plein, zich plot­se­ling te meer bewust dat hij nu de plaats­ver­vanger van Christus op aarde is dan wel (nede­riger gefor­mu­leerd) de opvolger van Petrus, op wie Jesus Zijn Kerk heeft gebouwd.

Zo kort na de doods­klokken, nu al de vreug­de­klokken. De kardi­nalen zijn het snel met elkaar eens geworden, de eens­ge­zind­heid onder hen wordt publie­ke­lijk gema­ni­fes­teerd. Na de tempe­ra­ment­volle Fran­ciscus uit Zuid-Amerika plot­se­ling en verras­send Leo die beide Amerika’s (en ook Europa door zijn afstam­ming, zoals zijn voor­ganger) in zich verenigt.

Na de altijd zelf­stan­dige Jezuïet, nu de altijd in gemeen­schap denkende Augustijn.

‘La pace ècon tutti voi’ -- de openingszin van de bij de vierde stem­ronde fris gekozen paus Prevost vanaf de loggia van San Pietro op 8 mei. En dan: ‘questo è il primo saluto del Cristo Risorto, il Buon Pastore […] La pace sia con voi ’ – de gewone begroe­ting van een bisschop bij de aanvang van een liturgie. ‘Per voi vescovo, con voi cris­tiano’, citeert hij Augus­tinus, de stichter van zijn orde de Augus­tijnen – ‘Voor u ben ik bisschop, met u christen’.

‘God bemint alle mensen’, onder verwij­zing naar paus Fran­ciscus (‘tutti,tutti, tutti’).

‘Weest niet bevreesd, onder verwij­zing naar paus Joannes Paulus II (‘non abbiate paura’).

Paus Leo is bij zijn presen­tatie gekleed in de traditie van de Kerk – de rode mozzetta en de fees­te­lijke stola met de symbolen van de evan­ge­listen. Hij noemt zich naar paus Leo XIII, de opper­herder van de sociale ency­cliek van 1891 Rerum novarum, de stimu­lator van de Bijbel­studie, de bevor­de­raar van de Vati­caanse diplomatie.

Aan het slot van zijn optreden wendt Leo XIV zich tot Maria en bidt het ‘Wees gegroet’. Zoals zijn voor­ganger Fran­ciscus blijkt hij Maria-vereerder, net als Leo XIII die steeds heeft opge­roepen de rozen­krans te bidden.

In zijn vrien­de­lijk­heid, beschei­den­heid en schuch­ter­heid herin­nert hij aan Bene­dictus XVI. Maar is paus Ratzinger aller­eerst de geleerde-pontifex, paus Prevost veeleer de bestuurder-brug­gen­bouwer – zo nodig nu om in mild­heid de vleu­gels in de Kerk in blij­vende verschei­den­heid tevens terug tot eenheid te leiden in weder­ke­rige verdraag­zaam­heid. Dat geldt ook ten aanzien van de liturgie.

Het syno­dale proces zet paus Leo in helder­heid voort – de macht van de Kerk omzichtig nader te delen tussen klerken en leken (mannen en vrouwen) zowel op wereld- als op locaal niveau.

Het speer­punt van het vorige ponti­fi­caat – vooral in de armsten en onaan­zien­lijk­sten onder de mensen het gelaat van Christus waar­nemen – kan Prevost niet anders dan Bergo­glio begrijpen, maar met meer oog door zijn kennis van meer culturen en talen met ruimer blik en meer oog voor al hetgeen zich in de wereld ook voordoet.

Zoals paus Bene­dictus XV ten tijde van de Eerste Wereld­oorlog en paus Pius XII in de Tweede Wereld­oorlog voor hun beider peri­oden, volgt paus Leo XIV nu het beleid van paus Fran­ciscus ten aanzien van de wereld­vrede na, zij het minder spon­taan en meer diplomatiek.

In zijn preek voor de kardi­nalen, daags na zijn keuze in de Sixtijnse Kapel, wijst paus Prevost op de heden door velen ervaren ‘absur­di­teit’ van het chris­te­lijke geloof – ‘iets voor zwakke en weinig intel­li­gente mensen’. De voor­keur wordt immers heden gegeven aan andere zeker­heden, ‘tech­no­logie, geld, succes, macht en amusement’.

Quid hoc ad aeter­ni­tatem, voeg ik toe: Wat bete­kent dit in het aanzien van de eeuwigheid?

Juist degenen die het geloof als absur­di­teit beschouwen behoeven missi­o­ne­ring, vervolgt de paus zijn homilie, neven­ver­schijn­selen van onge­loof betreffen kwes­ties als het verlies van de zin van het leven, het vergeten van de barm­har­tig­heid en de waar­dig­heid van de mens, de crisis in de fami­lies en andere wonden, waarin menig maat­schappij momen­teel verkeert.

Dat gebrek aan geloof in Jesus de Christus als de Zoon van God en de beper­king van Hem tot ‘een charis­ma­ti­sche leider of Über­mensch’ bestaat niet alleen bij onge­lo­vigen maar ook bij gedoopten die feite­lijk athe­ïsten zijn geworden – voor mij (A.B.) een aanha­ling uit het werk van de theo­loog Joseph Ratzinger.

Over­tui­gend is het slot van deze eerste preek van Leo XIV, omdat hij ervan getuigt als persoon zich klein te weten en daarom te maken, opdat de groot­heid van Christus zich toont. Hij wil naar het voor­beeld van Igna­tius van Anti­o­chië verdwijnen in Christus, opdat de Heer als enige wordt gezien, erkend, verheer­lijkt. Derhalve voorts wenst hij als de nieuwe paus zoals de vorige paus zich ervoor in te spannen dat niemand de moge­lijk­heid wordt ontnomen Christus, de verrezen en daar­door verheer­lijkte Heer te ontmoeten en te beminnen.

In de Frie­zen­kerk behoren wij tot het bisdom Rome met de nu aange­treden bisschop, met de bisschoppen van Neder­land en ook met het Vati­caan waartoe de kerk van Michael en Magno in eerste instantie behoort.

Naar een woord van wijlen bisschop Martinus Muskens blijven wij de buren van de paus. Wij treffen hem aan zijn venster vanaf onze trap aan de andere kant van de piazza di San Pietro, waar onder de basi­liek met zijn naam de resten rusten van de Petrus, waarvan Leo XIV de 276ste opvolger is.

Wij bidden voor de nieuwe paus, opdat hij stand­vastig en sterk is, maar even­eens bidden wij voor de vorige paus, opdat die rust in de stilte en de rust van Gods eeuwigheid.

Antoine Bodar, rector van de Frie­zen­kerk in Rome op 10 V 2025.