JAN JOOST & EMILIE

11 IX 2021
San Pantaleo - Sardinië

'Laat liefde en trouw u niet verlaten. Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart. Dan wordt gij bemind en als verstandig gewaar­deerd door God en de mensen.' (Spr 3,3-4)

Liefde en trouw zijn de balsem in elk huwe­lijk, in elke vriend­schap, in elke verbintenis.

Bruids­paar Emilie en Jan Joost, in de door u gekozen lezingen blijken drie voor­keuren: De liefde, de gebor­gen­heid en de zorge­loos­heid. Liefde geeft reeds gebor­gen­heid en schenkt zorge­loos­heid over en weer. Dat is uw wens en uw voor­nemen. Wij bidden met u beiden dat zulks verwe­zen­lijkt wordt.

In de lezing uit Paulus' Eerste Brief aan de Korin­thiërs (1-13) beluis­teren we de lofzang op de liefde tout court:

Zij is niet afgun­stig en praalt  niet. Zij geeft niet om de schone schijn en zoekt zich­zelf niet. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij.

In  Psalm 23, hier gezongen in het Sardijns, vernemen we de gebor­gen­heid in God:

De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Hij behoedt mijn ziel voor verdwalen.

'Naast mij gaat Gij, Uw stok en Uw staf, zij doen mij getroost zijn.'

In het gekozen Evan­gelie naar Matteüs (6,25-33) ontvangen we de raad ónbe­kom­merd te leven:

Weest niet bezorgd om uw leven -- niet voor uw lichaam, wat gij zult aantrekken. Is het leven niet méér dan de kleding. Wat maakt gij u zorgen over kleding. Kijkt naar de leliën in het veld. Zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen.

Een raad ook voor deze huwe­lijksdag, nu de bruid zich voor haar brui­degom op haar schoonst heeft uitgedost?

Thema is niet de fees­te­lijk­heid en het zich daarom in welle­vend­heid jegens elkaar kleden ten behoeve van de feestvreugde.

Onder­werp van de lezing is zorge­loos­heid. Weest u ervan bewust dat in elk moge­lijk getob aan uw levensweg  zelfs niet één el kan worden toege­voegd. Zoekt eerst het Konink­rijk en zijn gerech­tig­heid. De rest zal u erbij gegeven worden.

Tracht dus -- in blij­vende verant­woor­de­lijk­heid jegens elkaar dich­terbij en verderaf -- te leven als de vogels in de lucht en als de gewassen op het veld.

Weet meer nog dit: Het leven zal nooit maak­baar worden. En al het op aarde vergaarde zullen we over de dood heen nooit kunnen meenemen. Inves­teert niet­temin in aardse zaken maar meer nog in zaken van de geest die blij­vend zijn.

En dat onder de bede jegens de Heilige Geest, zoals we die als tweede lezing in deze viering hebben aangeroepen:

Licht dat vol van zegen is/ schijn in onze duisternis/ neem de harten voor U in.

Kom o Trooster, Heil'ge Geest/ zacht­heid die de ziel geneest/ kom verkwik­king zoet en mild.

Zonder uw geheime gloed/ is er in de mens geen goed/ is de ziel niet rein van zin.

Uw bede tesamen genomen, dier­baar bruids­paar, blij­kend uit de door u gekozen teksten, geldt de liefde, de gebor­gen­heid, de zorge­loos­heid in het vuur, de gloed, het licht, de zuiver­heid, de troost die de Heilige Geest in alles als dè liefde werke­lijk is.

Het is de zuiver­heid -- de eigen­schap over en weer -- die u in elkaar het meest bewon­dert en omhelst. Zo lees ik in uw beider brieven die u op mijn verzoek hebt willen schrijven.

Dat  is tref­fend -- niet alleen omdat u eerlijk­heid in elkaar hebt gezocht en gevonden maar ook omdat zo'n vervul­ling van weder­zijds verworven vertrouwen getuigt van levenservaring.

Hoe vaak belijden geliefden jegens elkaar met de mond, terwijl hun hart spoedig elders gaat. Elkaar trouw beloven is sneller gezegd met de mond dan volhard in het leven.

Dit gecon­sta­teerd in alge­mene zin in de jaren twintig van de eenen­twin­tigste eeuw vooral in West-Europa en in Noord-Amerika.

Zuiver­heid, eerlijk­heid, open­heid -- dat is de sleutel tot vertrouwen, over­gave aan elkaar, gebor­gen­heid, zorgeloosheid.

Brui­degom Jan Joost schrijft:

'Voor de eerste keer in mijn leven sinds het over­lijden van mijn ouders heb ik me met iemand echt kunnen verbinden. De grootste pres­tatie in mijn leven is het einde­lijk openen van mijn hart geweest. Jij bent degene geweest die me dat heeft laten doen en wel naar jou.

Je geeft me een stuk van het leven terug. Ik heb een doel om voor te leven.'

En Bruid Emilie:

'Ik kan en mag ontzet­tend mijzelf zijn van hem. Hij vraagt me enkel mijzelf te zijn; want dat is al goed. [Dat is in mijn jeugd wel anders geweest.]

Ik kies voor Jan Joost -- met heel mijn hart. Dit zal ons enkel sterker maken. Samen zoeken -- anders dan de klas­sieke vorm/norm -- naar een nieuwe manier om bij te dragen aan de wereld.'

Wel, bruid en brui­degom, wij víeren uw huwe­lijk, uw ja-woord jegens elkaar, uw voltooiing in zoeken en vinden van elkaar. U bent al wat langer in het leven en daarmee weet u zich meer ervaren -- meer bewust ervan wat een woord van trouw betekent.

U hebt alsnog de gave, het geschenk, de genade van het niet meer twee zijn maar één over­wogen en van elkaar aange­nomen. U schenkt uzelf op deze dag aan elkaar.

De beves­ti­ging daarvan treedt u nu tege­moet in het sacra­ment van het huwe­lijk dat u elkaar toedient in uw weder­zijdse belofte van trouw aan elkaar, terwijl God meeluis­tert en wij daarvan getuigen zijn.

'Deze dag is de mooiste, nu de Heer ons samen roept om hetgeen wij Hem gevraagd hebben te voltooien.'

Zo zingt nu als inlei­ding op uw ja-woord jegens elkaar het Sardijnse koor het lied 'De Ring': 'Hoe mooi is de hand die weldra de gouden ring draagt' -- teken van liefde, gebor­gen­heid, zorge­loos­heid in trouw.