Dienen is ook duiden en verschaffen van beschutting.
De verloren zoon |
27 November 2019 | Alle-Dag-Kerk Begijnhofkerk Amsterdam | Preken
|
Alle-Dag-Kerk Begijnhofkerk Amsterdam 27 XI 2019 DE VERLOREN ZOON Het boek Eindelijk thuis van de in 1996 gestorven bestseller-schrijver Henri Nouwen heet zijn meest geslaagde poging van zijn wijze van omgaan met de Schrift. En dat eindelijk thuis komen laat zich dan mijns inziens niet alleen verbinden met de oude mens die hulpeloos de handen moet uitstrekken – door de dood heen bereiken we immers ons vaderhuis – maar ook met het onrustige hart dat eerst rust zal vinden in God, naar het gezegde van Augustinus. Nouwen’s onderzoek naar de terugkeer van de verloren zoon, zoals uitgebeeld door Rembrandt, is in enen zelfonderzoek en aldus in het reine komen met de eigen vader en met het zijn van de oudste zoon in het eigen gezin. Nouwen weet zich de oudste zoon en leert vanuit die nadere bewustwording zichzelf ook als vader te zien. Augustinus heeft zichzelf als verloren zoon begrepen en dat met hartstocht beschreven in zijn Confessiones, altijd te lezen en te herlezen zowel om het beleden dan wel opgebiechte verleden als om het belijden dan wel bekennen van God, tot Wie hij zich richt en Wiens wijsheid hij eniger mate leert kennen. Hij had God ontdekt als hoger dan zijn hoogste hoogten en dieper dan zijn diepste diepten — O God, hoe laat heb ik U, mijn hoogste en diepste liefde, lief gekregen. De meesten van ons evenwel – stellig die van vroegere generaties – zijn braaf en zelfs saai en zo meer vergelijkbaar met de oudste zoon uit Lucas’ parabel, met hem die boos werd na gehoord te hebben dat het feestgedruis in huis om zijn broer ging die in armoede was teruggekomen en door hun beider vader zo uitbundig werd onthaald. Hoe moeten wij leven? Wij zijn geroepen te leven naar het voorbeeld van de vader in de parabel die verwijst naar de Vader in de hemel. Hij is barmhartig, vergevend, mededogend, edelmoedig, soms verdrietig, meestal vreugdevol. Laten we de vaderfiguur in de parabel van de verloren zoon nog kort vergelijken met de parabel van de dagloners in de wijngaard bij Matteüs (20,1-2), waar de vader de bezitter van een wijngaard is: ‘Met het Rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. Hij werd het met de arbeiders eens voor een denarie per dag en stuurde hen naar zijn wijngaard.’ De landeigenaar ging nog eens uit om arbeiders te huren op het derde, het zesde, het negende en het elfde uur. Bij het vallen van de avond wordt aan alle arbeiders hetzelfde bedrag van één denarie uitbetaald. Zoals de oudste zoon in de andere parabel beginnen degenen die de gehele dag hebben gewerkt tegen de landeigenaar te morren. Zij vinden de gang van zaken niet rechtvaardig (Mt 20,12): ‘Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar één uur gewerkt en gij stelt hen gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen.’ Maar de wijngaardenier ziet de kwestie anders en precies daarin steekt de vergelijking met het Rijk der hemelen (Mt 20,13.15-16): ‘Vriend, ik doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeengekomen voor een denarie? […] Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben? Zo zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn.’ |