KWETSBAARHEID ALS WAPEN
15 X 2011
1
'Inter Mirifica', het decreet over de publiciteitsmedia uit 1963, 'Communio et Progressio', de pastorale instructie uit 1971, de pastorale instructie 'Aetatis Novae' uit 1992 en dergelijke, de jaarlijks pauselijke boodschappen inzake wereldcommunicatiedag, de kerkelijke aanwezigheid ook in de sociale media, het steeds minder niet snel reageren door de pauselijke woordvoerder wijzen erop dat Rome zich in steeds verder toenemende mate realiseert hoe invloedrijk de media zijn.
2
Wie als zoon van de Kerk en dus van de zijde van de Kerk in de media optreedt probeert vanzelfsprekend te formuleren wat de Kerk bedoelt en waarom zij bedoelt wat zij bedoelt. Het is raadzaam erop te wijzen dat de Moederkerk universele Kerk is en dat dus niet de locale Kerk vrij is en vrij wil zijn zelf te bepalen.
Een persoonlijke overweging in de algemene overdracht kan de informatie toegankelijker maken en behoeft dus niet noodzakelijkerwijze afwezig te zijn. Het uitdragen van het geloof van de Kerk èn het eigen geloof gaat dus zeer wel samen en zij versterken elkaar meer naar mate beide samenvallen.
3
Voorbereiding en dus kennis van zaken zijn eerste vereisten. Blijkt de meest passende kennis toch niet paraat, dat dan terstond toegeven en niet eromheen draaien.
Bidden alvorens een vraaggesprek aan te gaan brengt de juiste houding – namelijk rust.
Rekening houden met de ondervrager, de context en de doelgroep. Zo veel mogelijk uitgaan van het referentiekader van de journalist; want die vertegenwoordigt dan zowel context als doelgroep.
Van te voren alvast zelf bepalen wat in het interview over het voetlicht zou moeten komen.
4
Blijkt de journalist gespeend van deskundigheid inzake de Kerk, dan zich oefenen in geduld.
Blijkt de journalist vooral bevooroordeeld en vijandig, dan oefening in invoeling (empathie).
Wie het lukt geduldig, vriendelijk en begrijpend maar evengoed zeker zich op te stellen krijgt respect als gevolg waarvan de bereidheid tot luisteren wordt vergroot en dus de communicatie bevorderd en de boodschap verhelderd.
5
Vat steeds opnieuw moed en wees fier op hetgeen u mag uitdragen.
Wees dienstbaar zowel aan de boodschap als aan het publiek.
Wees zonder omhaal eerlijk en open. Dat bevordert alleen de doorzichtigheid.
Wees echt. Blijf bij u zelf. Authenticiteit bevordert altijd geloofwaardigheid.
Vrolijkheid communiceert gemakkelijker dan somberheid en zorgelijkheid.
Niet de boodschap relativeren, maar waarom niet u zelf?
Zo kan kwetsbaarheid wapen worden in hetgeen u wilt overbrengen.
DE PRACTIJK
6
In het algemeen voorbereid zijn op de gangbare hindernissen die worden gelegd:
a) Geloof staat toch tegenover wetenschap?
Niets wat de wetenschap onderzoekt kan tegenover het geloof staan. De enige vraag is of al hetgeen de wetenschap kan ook moet. De vraag is dus ethisch. (En evolutie staat niet tegenover schepping.)
'Fides et Ratio': Geloof èn rede – niet alleen de logisch-positivistische.
b) We kennen toch scheiding van Kerk en staat?
We kennen ook godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting, beide vereist voor de waardigheid van de mens. En wat delen wij allen meer dan het daarvoor willen opkomen?
Waarom zou een liberaal of socialist wel zijn achtergrond laten meespelen en een christen niet?
c) De ethiek van de Kerk is 'onmenselijk'.
De Kerk zal nooit anders doen dan het ideaal verkondigen. Dat is haar roeping. Maar de Kerk is tevens moeder die steeds dat ideaal verbindt met de pastorale houding. Zij acht het persoonlijke geweten hoog, mits juist gevormd.