WIJSGEER OP PETRUS’ STOEL
23 V 2020
Wie is de mens? Hij is geroepen een waardig persoon te zijn door in onderzoek zichzelf te leren kennen. En onderzoekt hij zichzelf keer op keer, hij is eerder in staat ook de ander te leren kennen. De mens is uiterlijk, hij doet zich als verschijning aan ons voor. Maar zo laat hij zich nog niet kennen, ook al wijst elk uiterlijk naar innerlijk. Het gaat erom het wezen in zichzelf op te zoeken en zich zo enig zicht op het wezen van de ander te verwerven. En dit in onbevangen bevraging en in open beschouwing en waarneming. Telkens opnieuw de vraag die zelf essentiëler is dan het antwoord.
Wat leert ons de ervaring, waarover we nadenken om zo meer inzicht in onszelf te krijgen en ons als mens te verbeteren en naar heiligheid te streven? Elk mens immers draagt over eigen leven eigen verantwoordelijkheid. Word wie u zijn wil door ook de wil daartoe. Sta niemand toe macht over uw ziel te krijgen. Blijf innerlijk vrij.
Wat zeggen we nauwkeurig, wanneer we spreken over 'liefde', 'vreugde', 'samenleving', 'waarheid', 'wijsheid', 'mens'?
Deze wijze van denken, deze bewustzijnsfilosofie of fenomenologie, maakt Karol Wojtyla zich eigen na zijn studie in Rome vanaf 1948 en die zou leiden in 1969 -- Wojtyla is dan inmiddels twee jaar kardinaal -- tot het boek 'Person und Tat', zijn filosofische hoofdwerk. In 1978 tot paus gekozen neemt hij de naam Joannes Paulus II aan -- een filosoof op de stoel van Petrus, op 18 mei 1920 geboren, afgelopen maandag een eeuw geleden.
Niet de paus als wijsgeer sprak mij toen aan, ofschoon ik zelf filosofie studeerde en onder de indruk was van Max Scheler, over wiens denken Wojtyla in 1953 zijn tweede proefschrift (Habilitationsschrift) heeft geschreven, maar de krachtige verschijning, de nog jonge man die de Kerk uit het slop zou kunnen trekken, de diep gelovige herder die het overleven van de aanslag in 1981 wist te danken aan de voorspraak van de Moeder Gods -- ondanks de redenering destijds van Rudy Kousbroek:
-- 'Als Maria des pausen leven heeft gered, had zij dan niet beter ervoor gezorgd dat die kogel was uitgeweken?'
Geraakt ben ik door paus Joannes Paulus II bij zij zijn bezoek aan Nederland en Vlaanderen in mei 1985.
De vaderlandse wellevendheid was al sedert de jaren zestig uitgeweken naar elders om vooralsnog tot de dag van vandaag niet terug te keren.
Het liedje 'Popie Jopie' klonk al dagen tevoren door de radio.
-- 'Hoe veel geld is op mijn hoofd gezet?', zou de paus de kardinaal vragen.
De kardinaal noemt het bedrag.
-- 'Ik had verwacht dat de prijs toch wat hoger zou zijn.'
Bij de tijdse katholieken hadden zich enige dagen voor de aankomst van de paus op 11 mei in boosheid verzameld op het Haagse Malieveld. Dat was op 8 mei.
JPII voer in zijn papamobile door lege straten van mijn geboortestad 's-Hertogenbosch, waar boze gelovigen waren weg gebleven om een huns inziens verkeerd benoemde bisschop.
In Utrecht werd de paus met stenen bekogeld in zijn overigens wel veilige automobile. De Heilige Vader was toen onderweg naar de Jaarbeurs waar de crème de la crème van de vaderlandse katholieken in spanning bijeen wachtten om 'de bemoeial' uit Rome eens een duidelijk lesje te leren. En zo geschiedde.
Het kleine land even in de aandacht van het buitenland -- wanneer anders? Het eigen gelijk aan de eigen zijde -- calvinistische trek van katholieken in het polderland.
De chaos vergroot in jaren aaneen bijvende polarisering.
De lieve Heer heeft mij toen door toedoen van JPII over de grens getrokken -- de grens van de aarzeling: 'toch wel of wijzer niet'. Terstond volgde mijn stap naar de bisschop om gevolg te geven aan de iets meer dan twintig jaar tevoren begraven priesterroeping. En alle tegenwerking op de toen weder gegane weg had van doen met de aangewakkerde polarisering en de wrange vrucht van de Beweging van Acht Mei.
Was de sfeer in Nederland grimmig, in Vlaanderen toen was die hartelijk, gastvrij, vrolijk -- met feestelijke televisiebeelden van historische kerken, straten en pleinen. Zoals Italianen weten Vlamingen hun steden als televisiegenieke achtergronden, zoals bij dit pauselijke bezoek, aan te wenden.