Dienen is ook duiden en verschaffen van beschutting.
Virtuele presentie van Christus |
9 april 2020 | Antoine Bodar
|
Vieren we in de liturgie de reële tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie of de virtuele? In deze Goede Week, het Triduum Sacrum en de Paastijd behelpen we ons klaarblijkelijk met de ‘presentia virtualis’. Gelegenheid tot de ‘presentia realis’ wordt de gelovigen onthouden. De volledige opschorting van
vieringen tot Pinksteren komt mij als rigoureus voor, ja, als te rigoureus
wanneer zelfs geen besloten Mis mag worden opgedragen in een kerk samen met het
toegestane aantal medegelovigen. Feitelijk zijn de maatregelen in Nederland nu zoals hier in Rome. Wel blijft het wereldwijd toegestaan en is het ook gevraagd en aangeraden om ‘privé’ de Heilige Mis op te dragen. Zo’n viering is evengoed niet privé; want het is een handelen van Christus en Zijn Kerk. ‘Wij danken U omdat Gij ons waardig keurt om voor Uw aangezicht te staan en Uw heilige dienst te verrichten’, bidt de priester, de celebrant (cf. Hooggebed II), die ten onrechte ‘voorganger’ wordt genoemd. Hij gaat niet voor, hij celebreert in stede Christi. Elke gecelebreerde Mis geschiedt niet tot heil van enkelen maar tot heil van de gehele wereld. Daarin wordt Christus’ ene offer tegenwoordig gesteld (cf. Hooggebed III): ‘Wij vragen U, Heer, zie welwillend neer op het offer van Uw Kerk en wil erin Uw Zoon herkennen door Wiens dood Gij ons met U hebt verzoend.[…] Moge Hij ons maken tot een levende offergave voor U.’ De gehele Kerk viert mee over de dood heen in de gemeenschap van de heiligen (cf. Hooggebed I): ‘Verbonden in een zelfde gemeenschap [als de huidige op aarde] eren wij de gedachtenis van’ de heiligen; ‘omwille van hun verdiensten en voorbede help ons in alle omstandigheden door Uw kracht en Uw bescherming’.
Dat vergt enige organisatie. Gelovigen moeten zich aanmelden. Wie het eerst komt, die het eerst maalt. En dan niet steeds dezelfde personen, opdat ook anderen de gelegenheid krijgen te komen. Bespreking is even gewoon geworden als omgang met internet. Een plaats voor popconcert, sportwedstrijd, tentoonstelling en wat dies meer zij moet men tegenwoordig bespreken. Waarom mogen mensen wel — iedereen op zijn beurt– de supermarkt aandoen om voedsel te kopen en niet de kerk om zich te voeden met de hemelse gaven? De priester zou daarenboven elke dag meer keren de Heilige Mis kunnen opdragen om meer beperkte groepen gelovigen van dienst te zijn. |