TWEEDE PINKSTERDAG
1 VI 2020
Spuwhek of toch liever kuchscherm -- schotten die ertoe doen bij het weer op gang komen van het openbare leven in het vaderland, zoals het café- en restaurant-wezen. De corona-toestand doet de Nederlandse woordenschat uitbreiden.
In de Volkskrant van 30 V lees ik bij de altijd wakkere psychiater Sigmund dat dit jaar Pinksteren 'het opmaatje voor de openstelling van de terrassen' blijkt. Op de vraag van zijn patiënte, wat Pinksteren betekent, weet Sigmund alleen te antwoorden dat hij zulks moet opzoeken. Na die arbeid weet de psychiater dat het een 'kerkelijk feest' is, waarvoor de belangstelling ieder jaar afneemt. Verder komt de psychiater niet.
Zijn verwantschap met de geleerde Freud zou hem hebben kunnen leren dat Pinksteren weliswaar een Christelijke hoogfeest (cf. Hnd 2,1) is, maar tevens het Joodse van de Openbaring van de Tora en aldus één van de hoofdfeesten van het Jodendom.
Het aan Buitenhof gegeven interview op 31 V besloot Minister van Staat Tjeenk Willink met een te herhalen aanhaling: Wat is fundamenteel voor een samenleving? Gezondheid en onderwijs en cultuur. Mogelijk weet psychiater Sigmund nog iets van gezondheid, ofschoon mij zijn steeds voor de hand liggende antwoorden in de vaste rubriek van de ochtendkrant daaraan doen twijfelen, maar zijn onderwijs inzake cultuur moet nul zijn geweest. Daarenboven is het opvallend dat Sigmund wel erg veel zelf aan het woord is in plaats van naar zijn patiënten te luisteren. Een zo geheten grappige rubriek, maar gaarne dan wat minder melig.
Terwijl de kennis over de eerste Pinksterdag als de geboorte van de Kerk al gering is, blijkt die over de tweede Pinksterdag nagenoeg afwezig -- behoudens dan in dit corona-tijdperk die over de opening van de terrassen om 12.00.
Vanuit katholiek standpunt heeft de tweede Pinksterdag sinds 1969 feitelijk geen betekenis meer. Paus Paulus VI schafte toen het Octaaf van Pinksteren af, waarmee de vijftigste dag van Pasen zoals in de eerste tien eeuwen werd beperkt tot het slot van Pasen en het begin van de Kerk. Daags na Pinksteren vangt meteen de Tijd door het Jaar aan, al kan die dag nog als extra Pinksterdag gevierd worden zoals overal in Duitsland en veelal in Nederland. Maar liturgisch groen is de dag na het liturgisch rode Pinksteren ook al niet meer, nu paus Franciscus in 2018 die heeft bepaald tot liturgisch wit als gedachtenis van Maria als Moeder van de Kerk -- beeld en voorbeeld van de biddende Christusgemeenschap. Samen met de Apostelen had Jesus' Moeder in de komst van de Heilige Geest de geboorte van de Kerk afgewacht.
Het is vooral naar seculair en christelijk vrijzinnig inzicht nu aan de orde de tweede Pinksterdag op te heffen ten gunste van een vrije dag die een feest is voor Joden of Moslims -- bij voorbeeld Grote Verzoendag of Suikerfeest. Wil Nederland als samenleving uiting geven aan de niet meer Christelijke natie, dan verdient dat pleidooi overweging. De eerste mei heeft het als socialistische feestdag nooit gehaald maar wie weet leidt het debat nu wel tot verandering.
Mijns inziens wordt in vaderlandse kringen van opiniemakers het Christendom nog slechts als een relict uit het verleden beschouwd. Dat in tegenstelling tot in ons buurland Duitsland, waar de Kerk wel als deel van de maatschappij wordt opgevat -- meer terecht dunkt mij.
'Pinksteren is het feest van de Heilige Geest; Pinksteren is echter ook het feest van de Kerk', aldus het hoofdredactionale commentaar in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 30 V: 'Door de pandemie heeft de vraag over de verhouding van Geest en Kerk aan nieuwe springstof gewonnen.' En dan verder: Het Christendom toont zich in drievoudige gestalte -- in de liturgie, persoonlijk en in de openbaarheid. De toch al gebrekkige zichtbaarheid van de Kerk in de publieke ruimte -- zeker nu haar liturgie amper echt valt mee te vieren -- verdwijnt mogelijk ook het individuele geloof. Het Christendom kan alleen sterk zijn, als het in de drie genoemde gestalten aanwezig blijft.
Dus ook in de openbaarheid. Ik voeg daaraan toe: Naarmate meer kerken worden afgebroken of een profane bestemming krijgen, verdwijnen zij teven als symbolen of herinneringen of waarschuwingen uit beeld -- het dorps- en stadsbeeld, onze eigen verbeelding.
In Rome, althans in de Anima, hebben we Vastentijd en Paastijd intensiever kunnen meemaken dan andere jaren. Dat was het voordeel van alle afgezegde afspraken en optredens en het moeten blijven op dezelfde plaats gedurende de quarantaine. Het gewoonlijk open huis met gasten en huisgenoten onderweg werd een gemeenschap, zelfs bijna een klooster. Niet alleen de opmaat naar de Goede Week en van Pasen zelf maar ook de vijftig dagen Paastijd, waarin het Bijbelboek 'Handelingen van de Apostelen' zonder onderbreking dagelijks in rust kon worden gevolgd. En nagenoeg verzadigd van het Alleluia, vlamde dat nog eens op met Pinksteren.
Italië kent geen Tweede Pinksterdag. De maandag na het hoogfeest, vandaag, is het hier werkdag en geen terrassendag met afstand en spuwhek.