SAMEN SOBER

12 III 2021

Omdat het verdriet privé is geworden, is het des te meer groot. De meele­vende gemeen­schap ontbreekt. Althans zo ziet het toch nog steeds uit.

Loopt met het nade­rende einde van althans deze corona-periode ook het ik-tijd­perk op zijn einde? De vervul­ling van die wens kan van de vader­landse maat­schappij weer meer een samen­le­ving maken. Onder klagen over de avond­klok en mopperen op de rege­rings­maat­rgelen gaat de Neder­lander ter stembus. Te kiezen valt op 17 maart uit zeven­en­dertig partijen met elk een eigen gelijk. Het summum aan keuzen in het hyper-indi­vi­duele vader­land dat tege­lijker tijd bekend staat om het polderen, zo genoemd naar de natte polders. We kennen een kies­deler, helaas geen kies­drempel. Die immers zou al dwingen tot ruimer onder­ling vinden van elkaars gelijk in onderhandeling.

Nu de corona-beper­kingen door vacci­ne­ring weldra geringer worden, is dan een les getrokken uit het verdriet van de eenzaam­heid, het gebrek aan samen leven, ik-voor-mij en bijna-niemand-voor -ons-alllen? Velen verlangen terug naar de tijd van toen. Wellicht toch verkies­lijker dat die niet terug­keert  in onge­brei­deld­heid van het ik, het voor nage­noeg niets vliegen, het door­eten van dieren en van voedsel dat elders op de aarde wordt gekweekt.

Sober­heid van levens­stijl is deugd­zamer dan vermoed. Samen sober -- ook ten gunste van de wereld­vrede, de meer passende verde­ling van goederen, de bekom­me­ring om de misdeelden, het besef van hetgeen gelijk­waar­dig­heid wezen­lijk beduidt.

Hoe zouden we in Neder­land het einde van het ik-tijd­perk kunnen bevorderen?
Voorop staat de terug­keer naar God, de omme­keer in ons zelf, de beke­ring ons zelf te over­winnen in benul van nood­zaak van deemoed die hoog­moed het hoofd biedt. Zulks te bereiken behoeft nu -- in deze tijd van secu­la­risme en een nage­noeg zwij­gende Kerk -- geduld, verwach­ting en hoop op later.

Meer reëel voor nu meteen -- en dat heeft alles met partij­po­li­tiek en rege­rings­vor­ming te maken -- zijn drie kwes­ties. Wordt daar­om­trent bij de volgende kabi­nets­for­matie over­een­stem­ming bereikt, dan zou dat besluit naar waar­diger Neder­lands samen­leven kunnen wijzen.

1

Invoe­ring van de dienst­plicht voor meisjes en jongens na de middel­bare school voor de periode van onge­veer een jaar -- maat­schap­pe­lijk of krijgsmachtig.

Jongeren leren zo wat dienst­baar­heid bete­kent; want zonder onder­linge dienst­baar­heid kan geen enkele samen­le­ving worden opge­bouwd. Tevens ledigen deze dienst­plich­tigen noden die nu onop­ge­lost blijven -- bezoek aan eenzamen, bejaarden en anders­zins niet goed ter been zijnde mensen, verster­king van de weert­baar­heid van het land als bijdrage aan de inter­na­ti­o­nale gemeen­schap en dergelijke.

2

We moeten toegeven dat bejaar­den­huizen als ouder­wetse opberg­huizen te weinig mense­lijk waren. Maar tevens dat de ophef­fing van derge­lijke huizen evenmin heeft bijge­dragen aan bescha­ving. Aan oude mensen zelf is de keuze of zij thuis alleen blijven wonen of liever samen willen leven in een verzor­gings­te­huis. Ook bejaarden zijn deel van de samen­le­ving. Zij zijn minder van gisteren dan mensen van nu menen. Een samen­le­ving bestaat uit alle gene­ra­ties zonder enige uitslui­ting van welke gene­ratie ook.

3

We leven in een tijd waarin we het begrip 'gezin' oprekken tot zonder grenzen. Met het opschorten van mijn mening daar­over, blijft het gewone gezin -- vader, moeder en kinderen -- zonder schaamte als hoek­steen van elke maat­schappij te beschouwen en als uitgangs­punt van gezins­vor­ming te overwegen.

De geschie­denis kan zich niet herhalen. Maar elementen uit de geschie­denis kunnen niet­temin als voor­beeld dienen. De jaren vijftig en aanvang zestig van de vorige eeuw waren arme­lijk, gericht op de toekomst, gevuld met tevre­den­heid en vóór alles sober. Een ideale sober­heid die voor nu als richt­lijn is aan te bevelen.