PAUS BENEDICTUS XVI UITGEVAREN 5 I 2023

9 I 2023

I

Maan­dag­och­tend, daags na het feest van de Doop van de Heer, waarmee tegen­woordig de Kerst­tijd wordt besloten, ligt het Petrus­plein tame­lijk leeg erbij in mieze­rige regen, terwijl werk­lieden doende zijn stal en Kerst­boom te verwijderen.

Het is gemak­ke­lijk de basi­liek binnen te geraken en in de grotte het sinds gisteren toegan­ke­lijke graf van Bene­dictus XVI te bezoeken. De kapel heb ik meer keren bezocht in de tijd dat de stof­fe­lijke resten van Joannes Paulus II er nog lagen. Verse bloemen en ontstoken kaarsen en neer­knie­lende zusters vertolken de lichte span­ning die hier heerst bij de vorige donderdag bijge­zette emeritus-paus.

Vandaag is het een week geleden dat ik veertig minuten in een stille rij met zwij­gende, maar onaf­ge­broken foto­gra­fe­rende mensen heb gestaan om vanaf de piazza tot het balda­kijn van Bernini te komen om de frêle geworden Joseph Ratzinger ten afscheid te begroeten -- bemind door pries­ters, van wie opval­lend vele het uitvaarts­plein zouden vullen, afge­wezen door jour­na­listen in luide media.

Twee bezoeken achtereen aan Sint Pieter. Dat is onge­woon voor een Romeinse buiten­lander die lang in de Eeuwige Stad verblijft. Zoals voor Romeinen is het verstandig gewoon­lijk plein en kerk te vermijden wegens de menigten van pelgrims en toeristen die in lange rijen moeten wachten alvo­rens de basi­liek te betreden die qua massa en drukte meer heeft van een lawaaiig badhuis uit de Oudheid dan van een eerbied betui­gend huis van God.

Bij het eerste bezoek nu was ik te beschroomd de omge­ving echt in mij op te nemen en haastte mij na het eerbe­toon aan Bene­dictus naar de uitgang. Bij dit tweede bezoek nam ik de tijd rond te kijken en bezocht sinds zeker tien jaren de oude Kerst­stal die klaar­blij­ke­lijk nog mag blijven staan tot 2 februari, Maria Lichtmis, als echt einde van de Kerst­tijd met de Opdracht van de Heer in de Tempel op de veer­tigste dag van Zijn geboorte.

Juist vandaag valt mij op hoeveel heilige pausen boven en onder hier liggen. In glazen kisten in de basi­liek onder altaren Pius X (zonder licht) en Joannes XXIII (met licht), verder Joannes Paulus II in verborgen tombe (maar met licht). Onder de basi­liek de nog slechts zalige Joannes Paulus I in verborgen tombe (zonder licht) en in daar verlichte kapellen onder zerken op de grond Paulus VI en nu dus Bene­dictus XVI.

Persoon­lijk vraag ik me af, of het nodig zou zijn steeds in heden­daagse tijd de pontifex zalig en heilig te verklaren. Wordt dat geen inflatie van opvol­gers van Petrus ten nadele van andere helden en heldinnen in het geloof? Ook een paus blijft een zondaar, bena­drukt Fran­ciscus meer keren. Maar wanneer het gaat om Bene­dictus XVI? Tja, daar word ik wat verlegen en neig ik even van de vast­ge­stelde inflatie af te zien. Niet om de persoon van Joseph Ratzinger, hoewel ik hem als persoon schat die nu bij God in Zijn eeuwig­heid is aange­komen, maar meer om zijn nage­laten geschriften die aan gezag nog zullen winnen na verhef­fing tot de eer van de altaren.

Om Bene­dictus als Kerk­le­raar te kunnen aanwijzen, moet hij eerst heilig worden verklaard. Dat leren mij speci­a­listen in het cano­nieke recht in het huis waar ik woon (de Anima). Maar met zo'n even­tuele zalig- en heilig­ver­kla­ring behoeft geen enkele haast gemaakt te worden. Wat leer­rijk en kost­baar is, zal kost­baar en leer­rijk blijken. De gestorven paus zal niet spoedig in de verge­tel­heid geraken.

II

In de dagen tussen de dood op 31 december en de uitvaart op 5 januari is veel over emeritus-paus Bene­dictus XVI geschreven en gezegd. Vooral in Italië en Duits­land, Ratzinger's tweede en eerste vaderland.

Weinig in Neder­land en dan -- met uitzon­de­ringen -- slecht geïn­for­meerd en negatief.

De huidige crisis in de Duitse Kerk spie­gelt zich enigs­zins of wat meer in de analyses, maar het Duitse epis­co­paat toont zich eens­ge­zind omtrent de groot­heid van de gestorven opper­herder als theoloog.

In Italië over­heerst de eerbied voor de Heilige Vader die in februari 2013 uit wijs­heid en beschei­den­heid het pause­lijke ambt heeft neergelegd.

Paus Fran­ciscus laat dezer dagen niet na telkens zijn gestorven voor­ganger te herdenken in waar­de­ring. Hij noemt Bene­dictus 'bemin­ne­lijk en hoffe­lijk', 'scherp­zinnig en welle­vend', 'groot leer­meester in de cate­chese', 'man van Gods­ve­t­rouwen, met over­gave in gebed en met liefde voor het Evan­gelie'. Hij die theo­logie bedrijft 'als knie­lende weten­schap' en die menig keer heeft herhaald dat wie gelooft nooit alleen is, omdat wij samen geloven.

De door de wat vermoeid ogende Fran­ciscus voor­ge­lezen preek bij de uitvaart van Bene­dictus lijkt op het eerste gehoor tame­lijk vlak en weinig persoon­lijk op zijn gestorven voor­ganger gericht.

Deze schijn evenwel bedriegt op het eerste gezicht voor wie de preek nog eens leest en dan vast­stelt dat het gedach­ten­goed van Bene­dictus zelf daarin wordt geparafraseerd.

De homilie beperkt zich tot commen­taar op de passage uit het gekozen Evan­gelie van Lucas (23,39-46), waar Jesus aan het kruis de zo genoemde 'goede moor­de­naar' belooft nog vandaag met Hem te zijn in het para­dijs, en die eindigt met het bevelen van Zijn geest in Gods handen.

Niet expli­ciet maar impli­ciet is de gestorven pontifex in de homilie aanwezig. De vier voet­noten onder tekst helpen daarbij. Als voor­beeld de, zij het vage, verwij­zing naar Bene­dictus' eerste ency­cliek van Kerstmis 2005 Deus caritas est (God is liefde): De Heer heeft Zich bestendig over­ge­geven in de handen van de Vader en Zich gevoegd naar de wil van de Vader en die als het ware met alle conse­quen­ties van het Evan­gelie op Zijn schou­ders genomen totdat Zijn handen de wonden van Zijn liefde zouden tonen.

Als tweede voor­beeld de verwij­zing naar Bene­dictus' Chrisma-preek van 13 april 2006: 'Vader, in Uw handen leg Ik Mijn geest.' Dat is de uitno­di­ging en het levens­pro­gramma, dat het hart van de herder inspi­reert en het als door een potten­bakker wil laten vormen totdat het in de geest­ver­want­schap van Jesus Christus is omge­vormd. '"U behoort Mij toe, u behoort aan hen toe", fluis­tert de Heer; "U staat onder de bescher­ming van Mijn handen. U staat onder bescher­ming van Mijn hart. U bent behoed in Mijn bescher­mende handen en juist zo bevindt u zich in de wijdte van Mijn liefde. Blijf in Mijn handen en geef Mij de uwe."'

Aan het einde van de homilie noemt Fran­ciscus expli­ciet de emeritus-paus bij de naam:

'Bene­dictus, trouwe vriend van de Brui­degom, moge uw vreugde volmaakt zijn in het nu altijd beluis­teren van de stem van Christus.'

Inmid­dels zijn al enige te verschijnen boeken over paus Bene­dictus aangekondigd.

Zelf heeft hij een beknopt 'gees­te­lijk testa­ment' nage­laten, reeds geschreven op 29 augustus 2006:

Ik dank vóór allen God Zelf Die mij telkens weer het licht van Zijn aange­zicht heeft geschonken. Ik dank mijn ouders --  het over­tui­gende geloof van mijn vader en de harte­lijke vroom­heid van mijn moeder zijn een blij­vende erfenis. Ik dank God voor de vele vrienden, voor de mede­wer­kers, voor de leraren en de leer­lingen die Hij mij gegeven heeft.

Voor het mooie vader­land Beieren. Ik vraag u, dier­bare land­ge­noten: 'laat u niet van het geloof afbrengen'.

Ten slotte dank ik God voor al het schone wat ik op mijn levensweg -- in het bijzonder in Rome en Italië -- heb mogen ervaren.

In het vervolg vraagt Ratzinger allen, die hij op een of andere wijze onrecht heeft gedaan, hem te vergeven en vraagt allen, die hem in zijn dienst aan de Kerk toever­trouwd waren, vast te blijven staan in het geloof en zich niet te laten verwarren als zou geloof zonder weten­schap kunnen en weten­schap zonder geloof.

Sinds zestig jaren ben ik de weg gegaan van de theo­logie, in het bijzonder die van de Bijbel­we­ten­schappen. 'Ik heb gezien en zie, hoe uit de warboel van hypo­thesen weer opnieuw de rede van het geloof naar voren getreden is en naar voren treedt.

Jesus is werke­lijk de Weg, de Waar­heid en het Leven -- en de Kerk is ondanks haar gebreken Zijn Lichaam.'