MIREILLE MADOU

18 XII 2020

Uitvaart van een leer­mees­teres van weleer in de Bernar­dus­kerk van Hazers­woude in vlak, waterig en winderig Hollands polder­land -- via 'live-stream' gevolgd vanuit de Anima in Rome. Ener­zijds erbij, ander­zijds op afstand. Ook geestelijk.
Een arme­tie­rige liturgie -- naar mijn waar­ne­ming ver af van de joyeuse entrée van de gestor­vene in 1976 aan de Univer­si­teit Leiden, zoals de met haar bevriende kunst­his­to­ricus Titus Eliëns in zijn toespraak Mireille Madou en haar kunst­reizen, tevens culi­naire reizen, typeerde.
Mireille beminde de Bour­gon­di­sche levens­stijl in verfij­ning en élégance, in kunstzin en mode, in wijnen en spijzen.
De crisis van de katho­lieke Kerk in Neder­land blijkt mijns inziens tref­fend uit de viering van liturgie -- meer een sociaal gebeuren dan een verbin­ding met het mysterie van God.
Passend niet­temin las de priester het Evan­gelie van de Emmaüs­gan­gers (Lc 24,13-35) -- van hen die hun weg gingen, hun camino volgden -- en ook hoe hij de Schrift daar­om­trent eigen­tijds verklaarde.

Van Mireille Madou heb ik toen, vanaf 1976, veel geleerd en ik blijf haar dank verschuldigd .
Dat 'toen' was dus in haar eerste Leidse jaren.

Zij is gestorven in haar negen­tigste levens­jaar nabij Leiden op 14 december 2020 en op 12 maart 1931 geboren nabij Brugge. Zij symbo­li­seerde in haar persoon hoe Noor­de­lijke Neder­landen Zuide­lijke Neder­landen behoeven om even­wichtig mens te zijn.

Mireille Madou is in 1956 inge­treden bij de Mari­colen (Mari-colae: toege­wijden aan Maria), een congratie van onder­wijs­zus­ters, gesticht in de zeven­tiende eeuw in Carme­li­taanse spiri­tu­a­li­teit. Zij deed op 29 september 1957, op het feest van alleen (toen nog) de aarts­engel Michael, haar eeuwige gelofte zuster te blijven en dat is zij op haar eigen wijze gebleven. Mireille nam als kloos­ter­naam 'Hilde­gardis' aan, waarmee zij Hilde­gard von Bingen, de abdis uit de twaalfde eeuw in de Duitse landen, als haar voor­beeld koos en zich stelde onder haar bescherming.
Aan het door het klooster in Brugge aan de Oude Zak geleide 'Tech­nisch Insti­tuut Heilige Familie' werd de jonge zuster Hilde­gardis verbonden voor het onder­wijs in de kunsten. Zij moet dat toen in Brugge al even geest­driftig hebben gedaan als in de tweede helft van haar leven in Leiden. Want haar drang tot vormen in aanmoe­di­gende streng­heid maar ook in (wellicht vooral nader­hand) moeder­lijke mild­heid -- indien studenten zich niet lui gedroegen -- heeft haar vermaard gemaakt. Volle college- en andere zalen om haar te horen les geven en haar commen­taren op oude kunsten te beluisteren.
Zuster Hilde­gardis breidde haar studie kunsten uit met licen­tiaat en docto­raat aan de Katho­lieke Univer­si­teit van Leuven, de oudste in de Neder­landen, waar zij in 1970 met de hoogste onder­schei­ding promo­veerde tot doctor op een proef­schrift over de ikono­grafie van Gertrudis van Nijvel, de abdis aldaar uit de zevende eeuw, een studie die toen terstond is bekroond door de Konink­lijke Academie van Weten­schappen van België. Behalve in de kunst­ge­schie­denis van de Middel­eeuwen -- in het bijzonder de chris­te­lijke ikono­grafie -- bekwaamde zij zich in de costuum­ge­schie­denis -- naar ik mij herinner in het bijzonder die van de vijf­tiende en zestiende eeuw in Bour­gon­di­sche en Vlaamse gewesten. Ze bleef les geven aan de eigen school in Brugge maar tevens aan de univer­si­teit in Leuven, totdat Dr Mireille Madou in 1976 werd benoemd tot weten­schap­pe­lijk mede­werker Middel­eeuwse Kunst­ge­schie­denis aan het Kunst­his­to­risch Insti­tuut van de Univer­si­teit Leiden.

Toen­der­tijd was ik een dartele flie­re­fluiter -- in betrek­ke­lijk onbe­zorgde jaren. Uit afkeer van de commu­nis­ti­sche rood­heid van de Univer­si­teit van Amsterdam, waar ik geschie­denis had gestu­deerd, troostte ik mij een semester lang aan de prettig burger­lijke Univer­si­teit van Bazel, alvo­rens in 1974 mijn Alma Mater te vinden in Leiden. Ik studeerde wijs­be­geerte en veroor­loofde mij daar­naast in 1976 met de studie kunst­ge­schie­denis aan te vangen. Zo ontmoette ik de net aange­komen mevrouw Madou als docent.

In Amsterdam was ik afge­stu­deerd op Johan Huizinga, de schrijver van Herfsttij der Middel­eeuwen; in Leiden speci­a­li­seerde ik mij in de Middel­eeuwse Kunst­ge­schie­denis, waarin Dr Madou mijn leids­vrouwe werd. Toen ik haar wat beter leerde kennen, vertelde zij mij eens kloos­ter­zuster te zijn. En toen ik nog wat vertrou­we­lijker met haar werd, vertelde ik haar als kind al priester te hebben willen worden. 'Jouw tijd komt nog wel', reageerde zij toen, hetwelk mij heeft getroost.
Ik studeerde in de kunst­ge­schie­denis af op 25 augustus 1978 en mijn docente van eerder (die dat natuur­lijk bleef) en ik vlogen kort nadien naar Noord-Spanje om van daaruit de camino naar Santiago de Compos­tela anders­zins voort te zetten. Maar nauwe­lijks onderweg brak Mireille haar been en moesten we terug­vliegen naar Neder­land voor de operatie. Middel­eeuwse Kunst­ge­schie­denis is dank zij Madou een aantrek­ke­lijke speci­a­li­satie geworden -- tenminste zolang zij (tot 1992) het vak bleef doceren.
Maar toen, aan het einde van de jaren zeventig, waren betrek­ke­lijk weinig vervan­gers van haar voor handen. Zo ging ik haar vervangen en geraakte als docent aan de univer­si­teit -- begin van mijn verder levens­lange arbeid aan universiteiten.

Ik herinner me Mireille Madou in eerbied om haar krach­tige persoon­lijk­heid, om haar flink­heid en fier­heid haar studenten te onder­richten en te enthou­si­as­meren, om haar ruim­har­tig­heid en gulheid in meer opzichten. Zij is nu door de poort van de dood gegaan en zij heeft God reeds in Zijn eeuwige heer­lijk­heid mogen ontmoeten, zo bid ik. De door haar zo fel vereerde apostel Jacobus, wiens stof­fe­lijke resten zij herhaal­de­lijk heeft bezocht in Compos­tela, heeft zuster Hilde­gardis nu dan, zo hoop ik, getroffen van aange­zicht tot aange­zicht. Niet zo maar was Mireille Madou op 25 juni 1986 mede-opricht­ster, pleit­be­zorg­ster en later ere-lid van het 'Neder­lands Genoot­schap van Sint Jacob'.
zoals eertijds de Emmaüs­gan­gers onderweg naar God, zo heeft nu mevrouw Dr Mireille Madou haar levenstocht voltooid.