ITALIAANS THEATER

17 VI 2023

'De wereld is een schouw­to­neel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.' Dit gezegde van de vader­landse prins der dich­ters, Joost van den Vondel, geldt natuur­lijk elke samen­le­ving, maar het leven onder­gaan als speel­to­neel gaat toch de ene beter af dan de andere, gemak­ke­lijker in Zuid-Europa dan in het noorden waar de ernst van het leven zwaarder weegt en het levens­spel van de viering  spoedig voor licht­zinnig wordt gehouden. Het heeft alle­maal te maken met het klimaat uit de tijd toen het nog niet op de kop stond zoals nu. Regent het in Amsterdam of London, dan is dat min of meer gewoon, maar regent het in Palermo of Rome, dan lijkt het dage­lijks leven onder­broken en is menigeen uit zijn doen. En zo zijn tal van verschillen te noemen, zoals ook de belij­denis van onder­scheiden chris­te­lijke tong­vallen -- protes­tant is noor­de­lijk, katho­liek zuide­lijk, de eredienst van protes­tanten sober en de slecht­heid van de mens over­we­gend, die van katho­lieken het leven vierend, ofschoon de mens niet alleen goed is. Cliché's zijn niet zo maar waar, al zijn daarop uitzonderingen.

Giste­ren­avond (16 VI) is de honderdste editie van het opera-festival geopend in de arena van Verona -- tot in de nacht uitge­zonden door RAI Uno, zodat de gehele natie Giuseppe Verdi's opera Aida zou kunnen meebe­leven. Mij duurt dat alle­maal te lang, maar ik begrijp dat zo'n fees­te­lijk­heid verbin­dend is en uiting van levens­ge­nie­ting, te meer omdat verga­ping aan passend uitge­doste sterren in het publiek tot het vermaak behoorden met de eerbied waardig geworden Sophia Loren als super­ster en trots van de natie.

Toch zonk deze theater-gebeur­tenis nage­noeg in het niet, verge­leken bij de andere, eerder in de week op woensdag (14 VI), even­eens van begin tot einde uitge­zonden door de tele­visie. Daar­naar werd meteen al sinds maandag reik­hal­zend in alle media uitge­zien, toen in de ochtend bleek dat Silvio Berlus­coni, ster voor de helft van de natie en proto­type van het trum­pisme was overleden.

Het domp­lein is groten­deels leeg gehouden, nieuws­gie­rigen en voet­bal­sup­por­ters met vlaggen zijn achter drang­hekken gehouden. De piazza als buiten-zaal, terwijl de immense en zo hoge duomo van Milaan volstroomt en zich geheel vult.

Dan begint het  schouw­spel van rouw en vreugde, van verbon­den­heid van binnen naar buiten -- in natuur­lijk samen­gaan van Kerk en repu­bliek. De staats­be­gra­fenis vangt aan. Onder dave­rend applaus, waarbij het orgel nog amper te horen is, wordt de baar binnen­ge­dragen, bege­leid door zes poli­tie­mannen in gala-uniform.

Lang­zaam neemt spiri­tu­a­li­teit de over­hand op sensatie met het Grego­ri­aans gezongen 'Requiem' als intre­de­zang, eeuwen aldus met elkaar verbin­dend. De aarts­bis­schop met assis­tenten betreedt het altaar. Het litur­gi­sche spel begint. Reke­ning houdend met de velen binnen en buiten, meer en minder gelovig, ontrolt zich het uitge­lei­dend ritueel voor de ziele­rust van de gestor­vene en toont zich een natie die in veel­heid van verschil tevens mate van eenheid in chris­te­lijke belij­denis blijkt -- door alle bevol­kings­groepen heen. Eén van de sterkten van Italië, zoals steeds weer te zien wanneer een hoe dan ook promi­nent persoon -- zij het een beroemde acteur of een gesneu­velde soldaat, een voet­baller of een poli­ticus (man of vrouw) -- het aardse leven heeft moeten verlaten.

In de homilie van zeven minuten schuwt aarts­bis­schop Mario Delpini vele kunst­grepen van de rheto­rica niet en kiest niet voor de verkon­di­ging van het eeuwige leven maar beperkt zich tot de heen­ge­gane mens die nu voor God staat.

'Wat valt te zeggen van de man -- een verlangen naar liefde, die in God zijn oordeel en zijn verwe­zen­lij­king vindt?', zo cele­brant Delpini: 'Silvio Berlus­coni was zeker een poli­ticus, was zeker een zakenman, was zeker een figuur in de schijn­wer­pers van beroemd­heid. Maar, wat kunnen we op dit ogen­blik van afscheid en gebed over Silvio Berlus­coni zeggen? Hij was een man -- een verlangen naar leven, een verlangen naar liefde, een verlangen naar vreugde. En nu vieren we het geheim van de mense­lijke verwe­zen­lij­king. Wat kan ik over Silvio Berlus­coni zeggen? Hij is een mens en nu ontmoet hij God.' (È un uomo e ora incontra Dio).

Even volkomen stilte. Dan dave­rend applaus. Kort. En de liturgie gaat verder.

Bisschop en assis­tenten knielen neer om heiligen in de litanie aan te roepen om voor­spreker te zijn bij God ten behoeve van de ziele­rust van de dode mens in zijn kist aan de voet van het altaar. En de mensen in de banken knielen even­eens neer en bidden mee -- de fami­lie­leden aan de ene zijde van het middenpad, de publieke personen aan de andere zijde. En zo ook de anderen verderop in de kerk.

Een beeld van saam­ho­rig­heid dat zich herhaalt bij het geno­digd zijn aan de tafel des Heren, het communiceren.

Zo commu­ni­ceert in andere zin de gehele liturgie als Gesamt­kunst­werk -- onver­woest­baar en blij­vend. Ja, een vorm van theater maar van heilig theater, heilig spel, waarin Italië meester is en dat het altijd wint van profaan theater, opera en anderszins.