FAMILIE
31 XII 2023
I
De Moederkerk heeft niet altijd zo opgeroepen de familie te beschermen als sedert ongeveer twee honderd jaren. Toen raakten de families van meer geslachten samen -- grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen -- uit elkaar wegens de trek naar de stad in het industriële tijdperk. Niet langer meer samen, zoals in het lange feodale en daarmee agrarische tijdsgewricht op het land, maar noodgedwongen in veelal achterbuurten van industriesteden, toen vaders van vroeg tot laat buiten in loondienst moesten werken en moeders het meestal armelijke en kinderrijke huishouden moesten bestieren, althans voor zover ook zij niet daarenboven uit werken moesten gaan.
Het huwelijk in geldelijk betere kringen betrof vooral het contractuele instituut, waarin het niet zozeer om de liefde ging maar om de verstandelijke overeenkomst.
In de negentiende eeuw eerst zag ook de Kerk in dat het gezin daadwerkelijk bescherming behoeft en noodzakelijke hoeksteen van elke samenleving. Want voordien gold in de Moederkerk de ongehuwde staat hoger dan de gehuwde en wellicht is dat nog wel zo, ofschoon zowel het sacrament van het huwelijk als dat van het priesterschap gelijkelijk bedoeld zijn de Kerk als wereldwijde Christus-gemeenschap op te bouwen.
Wanneer Jesus eens gezegd wordt dat buiten zijn moeder en broeders naar Hem vragen, reageert Hij met een wedervraag (Mt 12,48): 'Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders?' En Jesus benadrukt (Mt 12,50): 'Mijn broeder, Mijn zuster en Mijn moeder zijn zij die de wil volbrengen van Mijn Vader in de hemel.' Boven bloedverwantschap gaat de christelijke verwantschap. 'Noemt niemand van u op aarde vader; gij hebt maar één Vader, de hemelse.' (Mt 23,9) Daarom (Mt 19,12): 'Er zijn onhuwbaren die zichzelf onhuwbaar hebben gemaakt omwille van het Rijk der hemelen. Wie bij machte is dit te begrijpen, hij begrijpe het!' En: 'Wie niet getrouwd is, heeft zorg voor de zaak des Heren, hoe hij de Heer kan behagen', licht Paulus de ongehuwde en de gehuwde staat toe (1 Kor 7,32-34), 'maar de getrouwde heeft zorg voor aardse zaken en wil zijn vrouw behagen en zijn aandacht is verdeeld'. De Apostel laat ons aldus weten dat voor hem de ongehuwde staat het wint van de gehuwde.
In dit kader koestert de Kerk blijvend het God gewijde leven in abdijen en kloosters van vrouwen en mannen, de maagdenwijding en het celibataire priesterschap.
II
Tergend voor de huidige generaties, vooral in onze streken, geeft Paulus over het christelijke gezin deze les (Kol 3,18-21): 'Vrouwen weest uw man onderdanig, zoals het christenen betaamt. Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar. Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles; want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen.'
Natuurlijk is de quintessens ten aanzien van het gezin tussen man en vrouw de wederzijdse dienstbaarheid in aanvulling aan elkaar en tevens tegenover elkaar. En Paulus' les moet gelezen worden in de context van de verhouding tussen Christus en de Kerk, de Bruidegom en de Bruid en daarmee tussen het Petrinische priester-ambt en de Mariale Christus-gemeenschap. Hij schrijft immers ook (Ef 5,21-23.27-28): 'Weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus. Vrouwen, wees onderdanig aan uw man als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de Kerk. […] Christus heeft de Kerk tot Zich gevoerd als een heerlijke Bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet. Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf.'
Het devotionele feest van de Heilige Familie -- de verering van Jesus en Maria en Joseph als gezin, momenteel geplaatst op de zondag onder het Octaaf van Kerstmis -- is bevorderd in de negentiende eeuw en pas definitief aan de gehele Kerk voorgeschreven in 1920. Als voorbeeld wordt ons gesteld de familie, waarin het huwelijk volgens ons geloof nooit is geconsumeerd. Daarom gaat het klaarblijkelijk niet. Het gaat om onderlinge saamhorigheid, onderlinge trouw, onderlinge bescherming, zoals Joseph het goddelijke Kind en Zijn moeder in saamhorigheid en trouw heeft beschermd in Bethlehem, Egypte en Nazareth. Daarenboven hebben Joseph en Maria samen Jesus opgevoed om in eigen Joods geloof volwassen te worden èn in wereldlijke weerbaarheid. Zo is nu het christelijke gezin beoogd als locale Huiskerk als onderdeel van de wereld omvattende katholieke (algemene) Kerk.
Daarbij valt aan te tekenen dat gaandeweg -- zeker in het licht van de opwaardering van de leek , zoals verwoord in de dogmatische constitutie over de Kerk van 1964 (Lumen Gentium), ook leden van het gezin meer dan voorheen tot voorbeeld worden gesteld om hen in levenswijze na te volgen. Juist in de jongste tijd verheft de Kerk ook gehuwden tot de eer der altaren. De huwelijkse staat kan alleszins ook tot heiligheid leiden en niet alleen de ongehuwde. Hoewel dat altijd al zo was, legt de formele heiligverklaring toch een steviger accent daarop dan in het verleden.
III
Inmiddels leven we in een tijdperk waarin familie, gezin en huwelijk containerbegrippen zijn geworden. Sint Joseph kan als patroon en voorbeeld worden beschouwd van de vele vaders die niet de eigen kinderen opvoeden en dus ook voedstervader kunnen heten.
Volgens de overlevering zou Joseph vroeg zijn gestorven. Toen stond Maria er alleen voor zoals vele alleen staande moeders tegenwoordig. Niet weinig gezinnen, met name in grote steden worden nu 'samengesteld' of 'regenboog' genoemd. En spreekt men over het huwelijk, dan behoeft men navraag te doen; want alleen in de Kerk is het begrip nog helder. Voorts neemt het aantal draagmoeders gestaag toe. Zij dragen het kind negen maanden onder haar hart en staan het dan af voor geld of geen geld aan gezamenlijk onvruchtbaren. Alleen nog in bepaalde streng protestante, antipaapse kringen wordt Maria ook zo beschouwd. Nochtans blijven ook draagmoeders echte moeders. Hoe veel hebben moeders vroeger eronder geleden dat haar kindje terstond naar de geboorte werd afgepakt, omdat het niet uit reguliere relatie geboren was? Hoe moeten heden draagmoeders met haar moederschap verder gaan na het afstaan van een in haar gegroeid en door haar gebaard kind? Of zouden moederlijke gevoelens zijn veranderd of als uit de tijd worden beschouwd?
En dan speelt er nog een andere kwestie: Terwijl biologen volhouden dat de mens slechts twee geslachten kent -- man en vrouw --, beweren ideologen dat de mens zijn geslacht kan kiezen. Het geslacht zou slechts cultureel bepaald zijn. Daarom kan men het ook doen veranderen. Uitgangspunt daarbij is niet wat de mens is, maar hoe de mens zich voelt. Andere ideologen menen dat de mensheid wel drie geslachten kent en misschien nog meer.
In West-Europa moet vrijheid ongebreideld blijven en aldus voortschrijden. De kloof tussen gelovigen en geseculeerden wordt wat het gezin betreft steeds groter. Daarbij zijn de begrippen 'familie', 'gezin', 'huwelijk' verpolitiekt. Alles in orde vinden is dwingend politiek correct. Wie daarvan afwijkt, zwijgt veelal om niet te worden uitgesloten.
Terwijl de dictatoren van Rusland en Turkije het oorspronkelijke gezin propageren en die aanwenden in hun politiek tegen het voor hen decadente westen, reageren politici van Noord-West-Europa op geen enkele wijze daarop.
En de katholieke Kerk? Die is een week voor Kerstmis (18 december) -- het geboortefeest bij uitnemendheid, waarop het kind in onszelf weer even ontwaakt -- gekomen met een verklaring (Fiducia supplicans) om vertrouwen te vragen inzake niet liturgische zegeningen, waaraan helderheid ontbreekt en velen verwarrend en zelfs de Kerk in aanleg splijtend.
Een kerkelijke buiging voor de eigentijdse, westerse cultuur wellicht? Pastorale tegemoettreding die toegevend ter zijde schuift hetwelk de Kerk als ideaal in duurzaamheid leert en verkondigt? Mogelijk. Een verklaring die wel pastoraal is te verantwoorden maar niet de Wereldkerk bijeen tracht te houden? Het komt mij zo voor.
Stimulering van onrust en nalating van rust, de mens in het middelpunt van het leven stellend ten koste van God Die naast immantent wel degelijk transcendent blijft -- niet alleen in en tussen ons maar ook en eerder boven ons in de hemelen in Zijn eeuwigheid.
Zou het westen wellicht echt decadent zijn? Zulks als vraag stellen en overdenken zou van wijsheid kunnen getuigen.