DRAMA IN DUISTERNIS

30 III 2020

Rome veran­dert volledig wanneer het regent. Het anders door de zon oplich­tende marmer en traver­tijn maken deel uit van de grauw­heid van de Stad die zich smoe­zelig toont in verwaar­lo­zing. De plassen in de straten maken daarvan deel uit. Zo'n regen­ach­tige dag was het afge­lopen vrijdag 27 maart. Na de Mis strek ik de benen in de rich­ting van Piazza Navona. Het toch al verlaten plein verbergt zijn bekoor­lijk­heid en droef­gees­tig­heid stijgt uit de stenen omhoog. De grijs­heid van de lucht over­dekt het geheel met de regen en doen de fonteinen zwijgen.

Enige uren later zien we op tele­visie het donker wordende Petrus­plein, leeg en glim­mend van natheid. Het begin van een volmaakt gere­gis­seerd spel dat Leni Riefen­stahl niet had kunnen verbe­teren. Came­ra­voe­ring, licht en duis­ternis, regen en ruimte-- alle dienen de enige speler die in het eerste tafe­reel spreekt en dan zich moei­zaam verplaatst in de rich­ting van de basi­liek voor het tweede. Somber­heid reikt sober­heid de hand.

'Al weken lijkt het of het avond is geworden. Diepe duis­ternis heeft bezit van ons leven genomen en alles met een oorver­do­vende stilte en troos­te­loze leegte vervuld.' Aldus de opening van paus Fran­ciscus' over­we­ging als toelich­ting op de zo juist beluis­terde peri­koop uit Marcus (4,35-40): De avond is gevallen. Een hevige storm steekt op en golven slaan over de boot die vol begint te lopen. Jesus slaapt rustig maar de leer­lingen zijn wakker van bang­heid en wekken Hem. Terstond bedwingt Jesus wind en water en vraagt: 'Waarom zijt gij zo bang? Waarom bezit ge nog geen geloof?'

We zijn bang en voelen ons verloren; samen moeten we deze storm, die onze kwets­baar­heid toont en loze zeker­heden bloot­legt,  door­staan. Zo paus Bergo­glio verder.

We hebben niet naar Gods verma­ningen geluis­terd. We zijn niet opge­schrikt door oorlog en wereld­wijde onge­rech­tig­heid. We hebben niet geluis­terd naar de schreeuw van de armen noch ons bekom­merd om de zwaar zieke planeet. Nu is het de tijd onze levens meer op God en op de mede­mensen te richten. De aanvang van het geloof is de over­tui­ging dat de mens verlos­sing behoeft.

Bij de ingang van de Petrus­ba­si­liek staan aan weers­zijden van het hoofd­por­taal krach­tige symbolen opge­steld: de Maria-ikoon Salus populi Romani (Heil van het Romeinse volk), voor deze gele­gen­heid gehaald uit Santa Maria Maggiore, en het Middel­eeuwse crucifix dat in 1522 tot verdrij­ving van de pest door de stad is gedragen en dat de paus onlangs al is gaan vereren in San Marcello al Corso tot afweer van het huidige virus.

Fran­ciscus begroet de Moeder Gods en kust de voeten van het kruis in de regen die voort­stroomt en betreedt dan het hoofd­por­taal waar hij bidt voor het in de monstrans uitge­stelde Aller­hei­li­giste alvo­rens onder klok­gelui de Eucha­ris­ti­sche zegen te geven Urbi et Orbi (aan de Stad en aan de Wereld) -- een uitzon­der­lijk gebaar van troost, nabij­heid en bemoediging.

Terwijl paus Fran­ciscus na een uur in de basi­liek verdwijnt, blijft de camera nog minuten lang draaien rond het oude pest­kruis met de lijdende Christus, drui­pend van de regen en daar­door, zo blijkt nu, zwaar beschadigd.

De over­ge­le­verde kunst moet wijken voor het perfecte effect.