DANTE ALIGHIERI (II)

27 III 2021

Na het Leonardo-jaar in 2019 en het Raffaello-jaar in 2020 verkeren we hier nu in het Dante-jaar 2021. Op radio en tele­visie wordt dit grote­lijks gevierd met voor­drachten, debatten en het tonen van de kunst­werken die de Divina Commedia verbeelden. Maar of de fees­te­lijk­heden her en der in het land door­gang kunnen vinden staat nog in de corona-sterren geschreven. De belang­rijkste tentoon­stel­ling heeft Dante en de beel­dende kunsten van de dertiende tot en met de twin­tigste eeuw tot onder­werp en wordt gehouden in het stadje Forlì, de 'natuur­lijke brug' tussen Toscane en Emilia Romagna, tussen Florence, de geboor­te­stad van Dante en de stad waar hij is gestorven, Ravenna. De opening is voors­hands verschoven van 12 maart naar 1 april, zo de lock­down zulks nu wel toelaat.

Ofschoon de jonge Dante zich van meetaf aan heeft toege­legd op de letteren en in het bijzonder de rijm­kunst en de wijs­be­geerte, was hij ook poli­tiek actief. Zoals zijn vader was hij niet de Ghibel­lini (Keizer­ge­zinden) maar de Guelfi (Paus­ge­zinden) toege­daan. Ook deze partij evenwel viel toen­der­tijd uiteen in Bianchi en Neri, waarbij de Witten streefden naar een onaf­han­ke­lijk Florence terwijl de Zwarten aanslui­ting zochten bij de Kerk. Als Witte vervulde Dante vanaf 1295 verschil­lende open­bare func­ties en werd in 1300 zelfs gekozen in de raad van Prioren. Door twisten en kuipe­rijen, waarin als eerste paus Bonfa­tius VIII de hand had, viel hij in 1302 in onge­nade door toedoen van de Zwarten en werd hij uit zijn vader­stad verbannen. Nooit meer zou de beroemdst gebleken zoon van Florence naar de stad aan de Arno terug­keren. Dante leidde  sedert­dien een zwer­vend bestaan en woonde nu eens hier dan weer daar -- Verona, Bologna, Forlì, Venetië, Ravenna en elders.

De Roman­tiek  heeft de Sommo Poeta gesty­leerd tot 'cult­fi­gure'. Dante bevor­derde de Toscaanse volks­taal, waarin hij de Commedia had geschreven, tot het alge­meen beschaafd Itali­aans. Dante is in persona de Itali­aanse taal geworden.

In de periode van 1820 tot 1870,  Risor­gi­mento (Herrij­zenis) genaamd,  groeide hij uit tot de vader van het ene vader­land, tot het symbool van het vere­nigde Italië.

De Divina Commedia is voor het Itali­aanse schier­ei­land  wat de Bijbel is voor de Kerk. En op school zijn de lessen in Dante niet minder verplicht dan die in Jezus. En wie van school niet wil weten treft het gelau­werde gelaat van de dichter, smal, met haak­neus en scherpe kin, alsnog op de nati­o­nale twee-Euro-munt.

Door de toeëi­ge­ning van Dante door het konink­rijk, nu de repu­bliek Italië weet de Kerk zich uitge­no­digd de vrome Opper­dichter niet hele­maal van zich te laten afnemen. Pausen lijven in jonger tijd Dante bij de Kerk in -- de krach­tige criticus van de Kerk die vijf opper­her­ders, plaats­be­kle­ders van Christus op aarde (zoals zij nederig heten) in de hel laat boeten voor hun te weinig lief­de­volle leven. Daar­om­trent later [Dante Alig­hieri III].

Florence heeft tot de dag van vandaag het nakijken waar het de stof­fe­lijke resten van Dante Alig­hieri aangaat -- straf voor de onver­zoen­lijke verban­ning tijdens zijn leven -- ondanks het spoe­dige eerher­stel na zijn dood. In hetzelfde gebouw -- de Podestà (tegen­woordig Museo Bargello)  -- waar hij is veroor­deeld, werd onlangs in de kapel het moge­lijk meest gelij­kende portret  van de dichter geres­tau­reerd, vervaar­digd in de jaren dertig van de veer­tiende eeuw door volge­lingen van Giotto, en als portret-type ook elders in de stad aan te treffen en bij voor­beeld  twee eeuwen later ook op de Parn­assus in een van de Stanze van Raffaello in het Vati­caanse paleis.

Ook nu nog. in dit jaar 2021 van het zeven eeuwen geleden verscheiden van Dante, betreurt Florence de botten van de grote poëet niet naar zijn geboor­te­stad terug te halen -- als taal­kun­ste­naar immers verge­lijk­baar met Homerus en Vergi­lius, met Shake­speare en Goethe.

In 1519 was het de Floren­tijnen bijna gelukt. Medici-paus Leo X had toestem­ming gegeven het lijfe­lijke restant van Dante op te halen in Ravenna. Maar toen de Floren­tijnse dele­gatie daar aankwam, vond zij het graf in de Fran­cis­ca­ner­kerk leeg. De minder­broe­ders hadden het gebeente van de dichter op tijd verborgen om de roof daarvan te voorkomen.

Voor de fees­te­lijk­heden van dit Dante-jaar (2021) is geop­perd zijn stof­fe­lijke resten een reis te laten maken langs de plaatsen waar de dichter tijdens zijn leven had gewoond. Maar de burge­meester van Ravenna wees het plan af met als argu­ment dat Florence die nooit meer zou terug­geven, zodra de begeerde botten zijn vader­stad zouden hebben bereikt. De geboor­te­grond van Dante is veeleer geheel Italië dan alleen Florence, aldus de redenering.

Florence moet het blij­vend doen met slechts de ceno­taaf (het lege praal­graf) van de dichter in Santa Croce uit 1829 door Stefano Ricci. De Sommo Poeta zit pein­zend op zijn tombe, terwijl Italia en Poesia aan zijn voeten hem huldigen en betreuren.

Buiten vóór de basi­liek kijkt zijn kolos­sale stand­beeld uit 1865 van Enrico Pazzi vorsend over de piazza. Dante houdt zo de staat Italië en de wereld­wijde Kerk samen. Beide had hij in zijn geschrift De Monar­chia uit circa 1316 al in macht gelijk­waardig geacht: De Keizer is niet onder­ge­schikt aan de Paus. Het Romeinse Keizer­rijk  bestond eerder dan de Kerk en werd door Christus Zelf en Paulus erkend. De uitoe­fe­ning van tijde­lijke macht door de Paus strookt niet met de spiri­tuele taak van de Kerk. Laat hij die liever aan de Keizer over­laten en zich beperken tot het ziele­heil van de aan hem als herder toever­trouwde kinderen Gods.

Onge­veer tien jaar na de dood van Dante heeft paus Joannes XXII dit de Kerk kriti­se­rende boek zeker­heids­halve alsnog op de brand­stapel doen brengen.